zondag 26 mei 2013

Mons-Chimay-Mons en de Wet van Joël

Op deze prille zondagochtend dat ik dit neerschrijf ,  heb ik al twee nieuwe woorden leren kennen. Te beginnen met Gluteus Maximus , dat latijn is voor ‘grote bilspier’ . Zeg maar ‘gat’ in het Nederlands. Wat mij in staat stelt om een diepe innerlijke emotie, die kan opwellen na een baaldag ,  op een beleefdere manier  uit te drukken  : ’t was van mijn Gluteus Maximus.

Het andere nieuwe woord die ik aan mijn en jullie vocabularium wil toevoegen is ‘ Audax’ , een bevreemdend woord dat je al eens terugvindt in vaandels van fietsclubs zoals de onze.  Wikipedia vertelt me dat dit een onderdeel is van de wielersport waarbij de deelnemers een lange afstand per fiets afleggen in een vooraf bepaalde tijd, maar waarbij het niet de bedoeling is om de eerste te zijn ,dan wel de voldoening te halen uit  het volbrengen van de proef. Zeg maar type cyclotochten zoals wij die graag lusten. Het vindt zijn oorsprong in Italië waar op  12 juni 1897 twaalf fietsers een afstand van 230 kilometer afleggen tussen Rome en Napels in één dag. Wel te verstaan gezamenlijk, want dat schrijven de Audax-regels voor , een reglement dat trouwens van de hand was van ene Henri Desgrange. En zo weten we nu eindelijk  welk onderdeel van de fietssport  het Isi Cycling Team beoefent , de ‘Audax’ met name, en niet het ‘ Wielrennen ‘ want dat laten we over aan de  meer getalenteerden.

Deze inleiding om te zeggen dat deze twee nieuwe woorden  perfect de Mons Chimay Mons kunnen samenvatten van die eerste mei : een Audax – proef van mijn Gluteus Maximus. Het komt simpelweg door een belangrijke fietswet die ik wel ken maar telkens weer over het hoofd zie en vergeet wanneer het er toe doet: de Wet van Joël. Het zit namelijk zo. Telkens je denkt dat de conditie  goed zit omdat je in je eentje  veel kilometers hebt afgemaald , doet zich een bewustzijnsvernauwing voor. Je dankt namelijk dat je die forme ook effectief te pakken hebt. Helaas , pindakaas. Als ik  de proef op de som neem en samen met negen , stuk voor stuk  betere rouleurs  135 kilometers op pad ga op een geaccidenteerd parcours, kan ik alleen maar vaststellen dat er nog veel werk aan de winkel is om mijn  Mon Ventoux-avontuur anno 2013  tot een goed einde te kunnen brengen. De wet van Joël – alliene rette aast vrie goed - laat zich niet ringeloren. En zoals we dit voorjaar al meermaals hebben vastgesteld : één zwaluw maakt de lente niet.

Het begon nochtans goed. Michélé heeft dit jaar  flyers-benen en de tred die hij aangeeft  is net stevig genoeg om te denken dat de negen  er mij niet zouden afrijden. Totdat  na 40 kilometer de eerste hindernissen zich aandienen en de hellinkjes mij langzaam aan wurgen en  aan de elastiek doen hangen. Het is wachten op een  definitieve knock-out. Maar mijn Audax-genoten zijn me genadig en wachten me telkens  geduldig op.

Tot wanneer een andere bewustzijnsvernauwing de groep plotseling in zijn greep neemt.  Een rivaliserende bende  heeft de euvele moed om ons, het Isi Cycling Team , met panache te willen voorbijsteken. Het is zoals bonobo’s  en hun verzorgsters  die gezamenlijk beginnen menstrueren als ze maar lang genoeg samenzijn. Het is wel geen oestrogeen , maar testosteron die de boel doet  ontploffen . Wij zullen die mannen eens een poepje ( = verkleinwoord van Gluteus Maximus)  laten ruiken ! De pees wordt er zodanig  opgelegd dat die van mij knakt. Het zal behelpen worden  tot de finish. Die halen we in een stralend zonnetje.  Gezeten op een bankje met een  blauwe Chimay  in de aanslag zien we Den Duj arriveren. Hij heeft  op zijn dooie eentje de klus van 165 kilometers geklaard. Wedden dat die denkt dat de Wet van Joël niet op hem van toepassing is ?
Stef.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten